Het fort ligt aan de Schelde, naast het Grote Gat, een grote inham die ontstaan is door het doorsteken van de Scheldedijk tijdens de oorlog in 1579. Het is dus aan drie zijden omgeven door water en het resterende gedeelte bestaan uit natte schorren die doorsneden zijn met kreken en poelen. Fort Lillo is dus vrijwel niet in te nemen of zelfs te belegeren en het duurt tot 1747 voor het door Franse troepen wordt veroverd.

Na 1609 heeft het fort vijf bastions en twee toegangspoorten. De poort langs de kant van de Schelde is de hoofdtoegang want het fort is een stukje Nederlands territorium in Vlaams gebied, dat slechts via de Schelde toegankelijk is. Alle bevoorrading en verplaatsing van inwoners van Lillo gebeuren via het water.

De hoofdpoort verbindt Fort Lillo met zijn haven. Via die haven wordt Lillo bevoorraad, komen en gaan er bezoekers en soldaten en wordt er tol geheven op het vrachtverkeer van en naar Antwerpen.

Dit is immers de hoofdtaak van Fort Lillo: door het heffen van tol wordt de positie van Antwerpen, dat rond 1560 de grootste haven ter wereld was met 100.000 inwoners, sterk verzwakt en verlegt vele internationale handel zich naar Amsterdam en andere havens.

Aan de achterzijde van het fort bevindt zich de sortiepoort, die toegang geeft tot de verdedigingswerken (schansen) en schorren rondom Fort Lillo. In 1640 wordt deze poort vrijwel uitsluitend door de militairen gebruikt. De schorren zijn ideaal voor schietoefeningen vanuit de vesting.

Het bastion stroomafwaarts heeft geschut dat op de Schelde is gericht. De voornaamste functie van dit geschut is om, samen met het bewapende wachtschip op de Schelde en het fort Liefkenshoek aan de overzijde van de Schelde, alle verkeer op de Schelde te beheersen, het betalen van tol door het passerende vrachtverkeer af te dwingen en te verhinderen dat de twee forten door de Spaanse troepen werden ingenomen. Dit bastion wordt ook het vuurbakenbastion genoemd om er een vuurbaken staat waarmee men de omliggende forten en schansen kon alarmeren bij dreigend gevaar. De werking van het vuurbaken komt aan bod in een aparte post.

De twee bastions aan de andere kant van de toegangspoort hebben een gelijkaardige functie maar dan gericht op het stroomafwaarts gedeelte van de Schelde, richting Antwerpen. Het vierde bastion bewaakt het Grote Gat, de geul landinwaarts die ontstond door de doorsteken van de dijken. Het vijfde bastion is groter dan de andere en bevat het kruitmagazijn en de opslagruimte voor munitie. Aangezien men geen aanvallen verwacht vanuit de schorren, die men trouwens onder water kon zetten, ligt dit bastion het verst verwijderd van mogelijke beschietingen. Dit bastion wordt ook gebruikt om de soldaten te laten oefenen met geschut in de richting van de onbewoonde schorren. De militaire infrastructuur wordt behandeld in een aparte blogpost.

Het proces van de virtuele reconstructie van Fort Lillo in 1640 werd ondersteund door het onderzoek van het Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen, ondermeer via een historische GIS-applicatie.
Geef een reactie